De familie van Ingen, aan wie mijn familie is verwant, komt zeker sinds eind zeventiende eeuw voor in de archieven van Utrecht. Er zijn diverse indexen te vinden waarin hun namen genoteerd staan, zoals huwelijkse voorwaarden, opgesteld door een notaris en overdrachten van onroerende goederen. Ook zijn er opgetekende verklaringen te vinden over getuigenissen.
De eerste met zekerheid te noemen Utrechter was Aelbert van Ingen, hij werd op 25 september 1721 in de Buerkerk door 8 dragers te grave gedragen. Hij was getrouwd met Ariaentje Cornelisz de Greb en zij woonden ten tijde van zijn overlijden achter ’t Nieuwe Vleeschuys. Bij leven was Aert “coopman in koorn”.
Samen met Aeriaantje krijgt hij 4 kinderen.
Buerkerk te Utrecht |
De oudste zoon Johannes van Ingen wordt op 5 december 1675 gedoopt in de Buerkerk. Hij trouwt twee maal; zijn eerste vrouw Wilhelmina Hayman overlijdt al snel na hun huwelijk in 1697 en op 4 november 1710 trouwt hij de eenentwintigjarige Utrechtse Anna Catharina Vonck. Zijn beroep wordt in de acte genoemd als bierdrager. Op zijn begraafakte staat: overleden aan de Neude in de herberghe de Pott. Deze herberg wordt in verschillende actes genoemd en is zeker eigendom van de familie van Ingen geweest. Tegenwoordig staat hier het monumentale oude postkantoor. Johannes en Anna krijgen twee kinderen Arnoldus en Adriaantje. Adriaantje kom ik nergens meer tegen in de archieven dus ik vermoed dat zij vroeg is gestorven. Johannes wordt op zijn vierenveertigste te grave gedragen door 8 dragers in de Jacobikerk.
Jacobikerk Utrecht |
Zoon Arnoldus wordt in de Domkerk gedoopt op 15 november 1711 en zijn ouders wonen dan op de Oude gracht bij de Weesbrug. Van beroep is hij Grutter en hij trouwt op 27 jarige leeftijd met de dan 21 jarige Baarnse Aletta van Elst. Van Arnoldus en Aletta heb ik niet zoveel kunnen vinden behalve dat zij buiten de Weerdpoort woonden en dat Arnoldus in 1748 een herberg met huis huurt genaamd De Ridder van Sint Joris aan het Lauwenrecht. Op 9 april 1794 verkoopt hij de eerder genoemde herberg de Pott, waar zijn vader is gestorven, aan ene Bernardus Hoogbeterom.
Het enige kin dat ik met zekerheid aan dit echtpaar heb kunnen linken is Jan Hendrik van Ingen.
Deze zoon werd op 7 juli 1740 gedoopt in de Jacobikerk te Utrecht. Tussen 1761 en 1804 was hij muntgezel bij de Provinciale Utrechtse Munt. Jan Hendrik legde in 1762 voor het eerst de eed af als muntgezel en bleef deze functie beoefenen tot aan zijn dood in 1804. Hij volgde in 1798 Nicolaas Godron op als smidmeester.
Op 27 april 1762 trouwt hij in de Catharijnekerk op 21-jarige leeftijd met Berendina Geertruij Langenberg, dochter van Hermanus Langenberg en Mensia van Maurik. Zij is geboren op 4 november 1736 in Utrecht. In 1793 had hij twee kinderen, zoon Hermanus en dochter Bartje en woonde hij in ‘t Speldemakerspoortje.
Berendina Geertruij overlijdt op 29 juli 1802 en wordt begraven in de Jacobikerk op 9 augustus 1802.
Jan Hendrik wordt begraven in de Jacobikerk op 15 oktober 1804. Hij is dan 64 jaar.
Zoon Hermanus wordt op 9 mei 1771 gedoopt in Utrecht en trouwt op 7 oktober 1794 met Adriana van Elsendoorn, ook op 9 mei 1771 gedoopt en dochter van Pieter Elsendoorn en Johanna Koster.
Ik ben er nog niet achter welk beroep Hermanus uitoefende. Wel is duidelijk aan de geboorteaktes van de kinderen te zien dat zij tussen 1797 en oktober 1806 in Leiden hebben gewoond. Hier worden minstens 3 van hun kinderen gedoopt in de schuilkerk aan de Kuijpersteeg in Leiden.
Hermanus overlijdt op 6 oktober 1816 in Utrecht en zijn vrouw Adriana Elsendoorn op 30 januari 1839.
De oudste zoon Jan Hendrik wordt geboren op 30 december 1794 in Utrecht. Hij trouwt op 30 oktober 1816 met Susanna van der Horst, 17 juni 1787 en dochter van Martinus van der Horst en Bette Groothof. Jan Hendrik klimt in zijn leven van stalknecht naar voermansknecht op tot koetsier. De familie woont in Wijk C, de Florasteeg. Samen met Susanna krijgt hij zeven kinderen. De laatste twee zijn een tweeling Franciscus en Maria. Maria van Ingenis mijn voormoeder die in 1856 trouwt met mijn betovergrootvader Hendrik Damen. In zijn overlijdensakte wordt Jan Hendrik als koetsier genoemd, overlijdensdatum 8 januari 1871. Susanna wordt maar 58 jaar en zij overlijdt 23 januari 1846.
Florasteeg Utrecht |